De oude schildpad

Vandaag een prachtig verhaal geschreven door Douglas Wood, met prachtige aquarellen van Cheng-Kee Chee. Uitgeverij Ankh-Hermes.

Eens heel lang geleden…
maar toch nog niet zo heel lang
toen alle dieren en rotsen
en de wind, het water en de bomen
en de vogels en vissen
en alle schepselen van de wereld konden praten…
en elkaar konden verstaan….
Ontstond er… RUZIE

Het begon heel zacht…

Vluchtig als de bries  die fluisterde: ‘Hij is als de wind die altijd waait.’
Stil als de steen die antwoordde: ‘Hij is een grote rots die nooit van zijn plaats komt.’
Rustig als de berg die rommelde: ‘God is een besneeuwde bergtop, die hoog boven de wolken uitsteekt.’
En de vissen in de zee antwoordden: ‘God is een zwemmer in de donkerblauwe diepten van de zee.’ ‘Nee’, zei de ster, ‘God is een schittering en een schijnsel, ver, heel ver weg.’
‘Nee’, piepte de mier, ‘God is een geluid en een geur en een gevoel, heel, heel dichtbij.’
‘God’, hield de antilope koppig vol, ‘is een hardloper, snel en vrij, die het heerlijk vindt om te rennen en die een wedstrijd doet met de wind’.
‘Zij is een grote boom’, lispelde de wilg, ‘steeds groeiend en altijd gevend.’
‘Niet waar’, kibbelde het eiland, ‘God staat los van alles.’
‘God is als de zon, ver boven alles verheven’, vond de blauwe lucht.
‘Nee, Hij is een rivier, die dwars door alles heen stroomt’, bulderde de waterval.
‘Zij is een roofdier’, brulde de leeuw.
‘God is goed’, jubelde het roodborstje.
‘Hij is sterk’, bromde de beer.

En het geruzie klonk harder en harder en HARDER totdat…

Hou op!!!
Daar sprak een nieuwe stem.
Hij rommelde als de donder. En fluisterde, zacht als de nies van een vlinder.
De stem kwam van… Ja, hij kwam echt van…de  Oude Schildpad!
De Oude Schildpad zei nooit zoveel, en zeker niets over God.

Maar nu begon zij te spreken.
‘God is in de diepte’, zei ze tegen de vissen in de zee; ‘maar Hij is ook veel hoger dan hoog’, tegen de bergen.
‘Hij is snel en zo vrij als de wind, en zo stil en stevig als een grote rots’, zei ze tegen de wind en de stenen.
‘Zij is het leven van de wereld’, zei de Schildpad tegen de wilg. ‘Altijd dichtbij, en toch verder dan de verste ster’, vertelde ze de mier en de ster.
‘God is goed én sterk. In alles en boven alles verheven.’
‘God is waar we van dromen en wat we zoeken’, zei de Oude Schildpad.
‘God is waar we vandaan komen en wat we vinden.’
God IS.’

Nooit eerder had de Oude Schildpad zóveel gezegd.
Al de bewoners van de wereld waren verbaasd en ze werden heel stil.

Maar de Oude Schildpad had nog iets te zeggen.
‘Binnenkort komen er nieuwe schepselen op de wereld’, zei ze, ‘jullie zullen ze vreemd vinden, maar ook geweldig. Ze zullen ons aan God herinneren. Zij zullen vele kleuren en vormen hebben en verschillende gezichten en ze zullen verschillende talen spreken. Hun gedachten zullen tot de sterren reiken, maar met hun voeten zullen ze op de grond staan. Ze zullen veel macht hebben. Zij zullen sterk zijn maar ook aardig, een teken van liefde van God aan de aarde en een gebed van de aarde aan God.’

En de mensen kwamen.
Maar de mensen vergaten.
Zij vergaten dat zij een teken van liefde waren en een gebed van de aarde.
En ze begonnen ruzie te maken… over wie God kende en wie niet;
en waar God was of niet was. En of God er was, of niet.
En vaak gebruikten de mensen hun krachten verkeerd en deden elkaar pijn.
Of doodden elkaar zelfs. En ze deden de aarde pijn. Tot tenslotte de bossen begonnen te sterven…
… en de rivieren en de zee en de planten en de dieren en de aarde zelf……Omdat de mensen zich niet meer konden herinneren wie ze waren, of waar God was.

Tot er op een dag een stem klonk, die rommelde als de donder; maar zo zacht was, als de nies van een vlinder.
Hou op, Alsjeblieft!!!
De stem leek van de berg te komen, die rommelde: ‘Soms zie ik God zwemmen, in de donkerblauwe diepten van de zee.’
En van de oceaan, die zuchtte: ‘Hij is vaak in de besneeuwde bergtoppen, die de zon weerkaatsen.’
Van de steen, die zei: ‘Ik voel soms haar adem als ze om me heen waait.’
En van de wind, die fluisterde: ‘Ik voel zijn stille aanwezigheid als ik om de rotsen dans.’
En de ster verkondigde: ‘God is heel dichtbij’.
En het eiland: ‘Zijn liefde raakt alles.’

En na een lange, eenzame en soms bange tijd…
….begonnen de mensen te luisteren en te horen.
En ze begonnen God te zien in elkaar… en in de schoonheid van de aarde.

En de Oude Schildpad lachte.
En God ook.

Namaste,
Greetje